Pagina's

vrijdag 31 oktober 2014

De arbeidsmarkt bestaat niet

Werk, werk, werk. Denk je aan de overheid dan denk je aan het scheppen van banen. Hét adagium van iedere minister van werkgelegenheid. Maar hoeveel mensen moeten er nog ontslagen worden voordat we inzien dat de arbeidsmarkt niet langer een ‘markt’ is? 

Nog begin van dit jaar ontkende minister Lodewijk Asscher dat veel van onze banen door de komst van de robots zullen verdwijnen. “Wij gaan niet somberen over de horrorscenario’s dat de banen van nu over 30 jaar niet meer bestaan. Wij zetten onze schouders er onder en werken aan nieuwe werkgelegenheid”, zei hij. Om vervolgens zijn volgende (dure) banenplan te lanceren. Maar voor het jaar om is waarschuwt hij voor de komst van de robots en de gevolgen voor de ongelijkheid in de samenleving. “Het is niet erg dat ze komen, maar dan moet wel iedereen daarvan kunnen profiteren”, is zijn stelling. Alleen over een oplossing hoor je hem niet.

In nagenoeg iedere branche zijn in de afgelopen decennia wel banen verdwenen. Omdat het zo geleidelijk gaat valt het nauwelijks op. Hoe meer banen er verdwijnen hoe harder de overheid roept dat het haar doelstelling is om nieuwe banen te creëren en de arbeidsmarkt weer gezond te maken. En des te meer geld er aan wordt uitgegeven. Alleen maar om ons zoet te houden en om ons ervan te weerhouden massaal in opstand te komen?

Geen baan, geen of weinig inkomen. Als je 50-plusser bent en steeds langer moeten werken terwijl er geen banen meer voor je zijn en de hypotheek, afgesloten in de jaren ’90, nog lang niet is afbetaald, dan ziet de toekomst er somber uit. Als je ZZP-er bent, het werk niet voor het opscheppen ligt, een vaste baan er niet meer inzit en je ook nog eens dreigt te moeten gaan betalen voor een sociaal zekerheidsstelstel, dan is de donkere wolk zichtbaar. En ook als je net afgestudeerd bent en je jezelf geconfronteerd ziet met een studieschuld en behoefte hebt aan woonruimte ook dan blijkt: geen baan, een onzekere toekomst.

De toekomst van arbeid
Om over de toekomst van arbeid te praten kwamen onlangs jongeren bijeen in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. Omdat ik een duidelijke mening heb over de toekomst van arbeid was ik uitgenodigd om mijn observatie daarover te delen. Een volle zaal met jongeren en ook een paar ouderen die inzien dat de arbeidsmarkt verandert. Ik was aangenaam verrast door het enthousiasme en de inventiviteit van de jongeren ten aanzien van werk en werkgelegenheid. Maar niemand sprak over vaste banen.
 

Het nieuwe werken bij S2M
De arbeidsmarkt van vandaag vertoont een grote overeenkomst met het moment dat ik zelf na mijn studie, midden in de crisis van de jaren ’80, aan het werk ging. Ik was vol vertrouwen dat het mij ging lukken om aan de slag te komen. Ik had er alles voor over, zelfs vier jaar werken voor minimumloon ondanks mijn HTS diploma. Het was niet anders, je moest wat. Datzelfde vertrouwen zie ik ook bij de jongeren, hoewel ze ook heel goed beseffen dat de toekomst toch anders is en dat de ongelijkheid tussen rijk en arm een dunne lijn is en sterk afhankelijk van het al dan niet hebben van werk.

Realistischer dan de minister van werkgelegenheid zien de jongeren arbeid veranderen. Zowel de hoeveelheid arbeid, maar ook de soort en de rol van arbeid verandert. En wat mij opvalt is dat zij hun levensstijl daar al op aanpassen. Vraag aan jongeren wat voor auto ze zouden willen gaan rijden dan kijken ze je schouderophalend aan. Jongeren, vooral die in de steden, hebben daar helemaal geen boodschap aan, dat past niet bij hun levensstijl.

Arbeid is een ouderwets idee
Een onderzoek van TNO laat zien dat inmiddels nog maar 69% van de werkenden een vast contract heeft. Niet iedereen is daar blij mee. Op de vraag of mensen liever een vast of een flexibel contract hebben antwoordde 90% dat ze een vaste baan ambiëren. Wie dat niet heeft ervaart vaak dat ze gedwongen worden werk te doen wat ze niet willen of onder omstandigheden moeten werken waar ze niet voor gekozen hebben. Weigeren betekent al gauw dat er 10 anderen klaar staan om je werk over te nemen. Dat geeft een enorme druk op flexwerkers.

Veel jongeren kiezen direct voor een onzeker bestaan als zelfstandige of starten hun eigen bedrijfje. Die keuze was in mijn begintijd veel minder voor de hand liggend en niet alleen door het gebrek aan sociale media en internet. De jongeren van vandaag nemen zelf al het heft in eigen handen, zij gaan mee in de stroom van het digitale tijdperk en zijn niet afhankelijk van een arbeidsmarkt of een baas.

De arbeidsmarkt bestaat niet. Een markt veronderstelt een vraag en een aanbod. Veel werknemers, vooral flexwerkers en ZZP-ers ervaren niet dat ze een keus hebben. Door de afnemende hoeveelheid arbeid doordat veel geautomatiseerd wordt kunnen werkgevers eisen stellen. De manier waarop wij aankijken tegen arbeid stamt nog uit de het werken in het industriële tijdperk waarbij mensen hun tijd beschikbaar stelden tegen loon. Mensen gingen naar een fabriek om te werken, waar ze voorheen thuis het werk deden, veelal gerelateerd aan het produceren van voedsel. Voor de gang naar de fabriek werkte men tot er voldoende voedsel op tafel stond en dat was dan genoeg. Dit fenomeen zie ik terugkomen bij de jongeren.

Oplossingen
We mogen concluderen dat arbeid niet meer wordt zoals het geweest is en ook de arbeidsmarkt is passé. Voor de jongeren zie ik het wel goed komen, zij weten niet beter. Maar voor de generatie tussen de babyboom die hun schaapjes op het drogen hebben en de dertigers zit een gat. De veertigers en vijftigers krijgen het zwaar te verduren met leningen en verplichtingen van voor de crisis en afnemende kansen op inkomen.
Minister Asscher geeft geen oplossingen voor de problemen dat wil ik wel doen:
  • Invoeren van een onvoorwaardelijk basisinkomen;
  • Iedereen minder werken – een 24-urige werkweek;
  • Herverdeling via belasting:
    • belasting op arbeid kan omlaag – de factor arbeid is niet langer schaars;
    • invoering Belasting Onttrokken Waarde (BOW);
    • winstbelasting omhoog – het werk wordt immers door robots gedaan
    • vermogensbelasting omhoog
Voor meer informatie over de oplossingen lees mijn andere blogjes. 
 
 

Geen opmerkingen: