Pagina's

vrijdag 20 juni 2014

Durf jij je leven op z’n kop te zetten?

We leven op gemaksvoedsel, hebben snelle auto’s, snelle internetverbindingen, vluchtige contacten via social media en met een muisklik kunnen we naar de andere kant van de wereld en toch vinden we regelmatig dat het niet snel genoeg gaat. Waarom draaien we de zaken niet eens om?
 

Openlucht Museum
Toen ik jong was droomde ik van een klein boerderijtje op het platteland. Ik ben opgegroeid in de stad en had familie op het platteland waar ik de vakanties nogal eens doorbracht. Ik vond het er heerlijk. Maar ja, na je studie ga je aan het werk en dan verdwijnt zo’n verlangen naar de achtergrond. “Voor later”, denk je dan. Maar wat er ook gebeurt dat later komt niet en op een dag wordt je wakker met hartkloppingen en kom je tot de conclusie dat je leven haastig en complex is geworden en dat je als een muis in een tredmolen zit opgesloten.

“Hoe zijn we hier terecht gekomen” vragen we ons dan af? We willen alles, we moeten overal aan meedoen, we willen niets missen, maar aan het eind van de dag moeten we constateren dat we niet alles kunnen. Dan slaat de vertwijfeling toe en vragen we ons af of dit ons gelukkig maakt. Helaas hebben we zelf voor deze levensstijl gekozen en we zijn gefrustreerd als het niet lukt. Hoe om te gaan met dit dilemma?

De zaken omdraaien
Door de huidige crisis is de keuzestress ineens geen dilemma meer maar beseffen we ons dat we de verkeerde afslag hebben genomen. We hebben een huis met een (te) hoge hypotheek. Als we nog een baan hebben dan is vanaf nu ook het lifetime employment passé. Komen we ooit van dat huis af wat ook nog onderwater staat en kunnen we ooit af van die hypotheek die als een molensteen om ons nek hangt? Dus moeten we zaken anders gaan aanpakken maar vooral omdraaien.

Ik hoor je denken, “de zaak omdraaien, wat houdt dat nu weer in?” Dat houdt in dat we van de nood een deugd gaan maken. Is het de angst waar je tegenaan loopt of is het de realiteit van werkloosheid en slechte vooruitzichten die je parten speelt? Rechtsom of linksom angst is nog altijd een slechte raadgever. Stop daarmee! Het is zoals het is. Ga vandaag nog doen waar je al die jaren naar gesnakt hebt en laat je hypotheek of je baan je daarvan niet weerhouden.

Dromen waarmaken
Vanaf vandaag gaan we onze droom waarmaken. We gaan onze levensstijl aanpassen en van de basis opnieuw opbouwen. Wat maakt ons ook al weer blij? Wat vinden we belangrijk in het leven? Jaren hebben we ons daar niet mee bezig gehouden. Vanaf vandaag komt het snelle voedsel, waarvan we niet eens weten waar het vandaan komt en hoe het gemaakt wordt, de deur niet meer in. We beginnen een moestuin of zoeken iemand op die er een heeft of gaan naar de ambachtelijke winkel en gaan de smaak van puur natuur voedsel proeven.

We stoppen vandaag nog met onszelf te vergelijken met anderen. Onze auto doet het toch prima. Onze kledingkast hangt vol, daar kunnen we nog 10 jaar mee voort, misschien wel de rest van ons leven als we op gewicht blijven. De (te) dure vakantiebestemming laten we ook maar eens achterwege. We gaan eens een tijdje niet naar al die feesten en ieder weekend doorzakken. We nemen tijd voor onszelf en voor onze familie en gaan bij ze op bezoek in plaats van de vluchtige contacten via facebook. In onze vakantie doen we even gewoon helemaal niets.

Minder werken
We gaan ons eens verdiepen in waar onze spullen eigenlijk vandaan komen? “Goedkoop is duurkoop”, zei mijn vader altijd. Worden ze gemaakt met respect voor het milieu of door kinderen? We weten het niet eens en willen het ook niet weten, als het maar goedkoop is. Maar zodra je daar inzicht in hebt ga je op een hele andere manier consumeren. Dat hoeft niet minder te zijn maar wel bewuster. En ga eens langs bij een vintage winkel of laat eens wat repareren (als dat tenminste kan) dan zorgen we er gezamenlijk voor dat er niet nog meer troep op de aarde ontstaat.

Nu we onze leefstijl tot de basis hebben teruggebracht is het ook tijd om ons werkleven te herzien, al dan niet gedwongen. Kunnen we niet minder werken? Immers we hoeven ons niet meer met anderen te vergelijken daarmee is onze levensstijl een stuk goedkoper. Als we een deel van de ballast kwijt zijn dan biedt dat mogelijkheden voor wat nieuws, ander werk misschien?

Iets doen voor de gemeenschap
Durf jij je leven op z’n kop te zetten? Ik wel! Ik heb het gedaan en niet zonder resultaat. Inmiddels is mijn vroegste droom uitgekomen en woon ik op een boerderij op het platteland. Ik doe werk wat ik leuk vind, maar nog veel waardevoller is de stroom aan ideeën die zijn ontstaan. Ik hou mij niet alleen bezig om mijn eigen leven verder nieuwe vorm te geven maar ook om onze samenleving mooier en leefbaarder te maken.

Om nu iedereen de mogelijkheid te geven zijn droom na te jagen en onze samenleving tot rust te brengen is het creëren van een basisvoorziening in de vorm van een onvoorwaardelijk basisinkomen voor iedereen een heel goed plan. Hierdoor kunnen we meer tijd besteden aan zaken die er toe doen: opvoeden van onze kinderen, zorgen voor familie, zorg besteden aan ons eten en onze gezondheid. De tijd die ik heb overgehouden vanwege mijn nieuwe levensstijl besteed ik om het basisinkomen ingevoerd te krijgen. Mooi toch? Wat ga jij doen?


woensdag 18 juni 2014

Opgedoft en afgestoft naar het werk

Al jaren verbaas ik mij over de vrouwen in de te strakke jurkjes en te hoge hakken. Ben ik te ouderwets of te feministisch? Begrijpen doe ik het niet.

Prins Claus gaf in 1998 met het openlijk weggooien van zijn stropdas het startschot voor het stropdas loze tijdperk. Een verademing en een enorme vooruitgang in de ongeschreven regels van het strakke keurslijf van kledingvoorschriften in het zakenleven. Ook ik heb jarenlang mantelpakken en jurken gedragen en ging de deur niet uit zonder make-up en een kapsel met iedere haarlok op zijn plek. De eerste jaren vond ik dat geen probleem, het gaf aanzien en zelfvertrouwen. Maar naarmate mijn zelfvertrouwen uit mijzelf kwam begon het mij steeds meer tegen te staan.

Stropdas in de ban
Door de actie van prins Claus zag ik steeds meer collega’s hun stropdas afdoen. Niet meer alleen de reclamejongens gingen zonder stropdas naar het werk maar ook steeds meer de doorsnee werknemer. Ik was in die tijd verantwoordelijk voor een team van mensen waaronder een aantal jonge creatievelingen. Een collega had op zijn vakantie naar Indonesië een paar kleurrijke linnen pakken laten maken, die zo lekker kreukelen. Nu heel gewoon, toen een noviteit. Het maakte zijn imago compleet.

Een andere collega had haar tot op zijn schouders, maar hij was jong - een spring in ’t veld - zelfs met een pak aan kon hij er mee door. Ik vond het geweldig. Toch werd ik door mijn directeur op het matje geroepen. Ik moest mijn mensen vertellen dat er kledingcodes bestonden in het bedrijf en ik moest ze daar op aanspreken. Ik heb geweigerd en vertelde mijn baas dat het innerlijk belangrijker was dan de buitenkant. Het is nooit meer echt goed gekomen tussen mijn baas en mij.

Japon van Ute Raasch
Blote benen
De laatste 15 jaar draag ik waar ik zin in heb. Ik zoek mijn kleding wel zorgvuldig uit passend bij mijn gesprekspartner en passend bij mijn gevoel van de dag. En dat gaat prima samen. Daarom las ik afgelopen weekend met stijgende verbazing het artikel “Veel bloot komt niet serieus over” in de NRC weekendkrant. Met de titel kon ik het nog wel eens zijn maar met de rest van het artikel totaal niet.

De opmerking dat in bepaalde sectoren blote benen niet geoorloofd zijn en je bij twijfel als vrouw beter een panty aan kunt doen vind ik volslagen onzin. In de zomer draag ik nooit panty’s. Mensen gaan toch echt niet naar mijn benen zitten staren, tenzij ik een te korte rok aandoe en dat vind ik inderdaad niet kunnen. Liever iets te lang dan iets te kort.

Te hoge hakken
Ik ben het helemaal eens dat te bloot aan professionaliteit inboet. Maar het huidige modebeeld kent twee uitersten die ook niet kloppen. Aan de ene kant zien we de veel te hoge hakken, de te strakke jurken en te strakke jasjes. Vooral de dames van het 8 uur journaal kunnen er wat van, dat leidt af van de boodschap die ze brengen. Ik vind dit net zo erg als te bloot. Alle lichaamsrondingen worden ruimschoots zichtbaar gemaakt, maar voor slechts een enkeling met een perfect figuur is de te strakke
Tankini van Peter Hahn
kleding esthetisch verantwoord. Het is ook nog eens behoorlijk ongezond. En wij vrouwen laten ons dat gewoon aanleunen. Ik vind dit vrouwonwaardig en het maakt mij boos. In de ogen van een feministe is dit net zo erg als een vrouw met een hoofddoek op.

Maar aan de andere kant zijn we weer zo preuts geworden dat we op het strand liggen in een tankini! In mijn jonge jaren lag ik topless op het strand. Maar door het toegenomen conservatisme in onze samenleving, mede door toedoen van de strakkere normen en waarden van de islam, zijn de vrijheden uit de jaren ’70 taboe geworden. Ik begrijp niets van die tweeslachtige houding.

Opgedoft en afgestoft
Jarenlang heb ik mij laten meeslepen en laten regeren door de idee dat ik opgedoft en afgestoft volgens de kantooretiquette aan het werk moest. Ik dacht dat we vanaf het begin van dit millennium eindelijk verlost waren van de kledingvoorschriften voor het bedrijfsleven of liever de ongeschreven regels van het spel. Maar niets is minder waar als ik de tips lees in het NRC artikel.

Waarom moet een leraar op een basisschool er professioneel uitzien? En wat houdt dat dan in? Je kunt met hele gewone niet-professionele kleding heel goed voor de dag komen. Autoriteit straal je uit, of niet, dat komt niet met de kleding. Waarom niet gewoon dragen wat je fijn vindt en waar je je lekker in voelt? Ik hoop niet dat Prins Claus tevergeefs zijn stropdas heeft afgeworpen.

dinsdag 3 juni 2014

Na 60 jaar huwelijk toch nog gescheiden

Verontwaardiging alom dat in een verzorgingshuis in Wageningen oudere echtparen worden gescheiden vanwege een verschillende zorgindicatie. Zijn we dan in 30 jaar nog niets opgeschoten? Hoe ziet het er over 30 jaar uit als ik zelf aan de beurt ben?

De zorgkosten rijzen de pan uit dus moet er bezuinigd worden. Daarom beginnen wij bij de zwaksten in onze samenleving de ouderen en chronisch zieken, die zijn namelijk nauwelijks in staat om te protesteren. Dus worden indicaties voor intensieve en daarmee dure zorg verlaagd, want daar valt wat te halen. Niet alleen de pers staat bol van de schrijnende verhalen, maar ook in mijn vrienden- en kennissenkring zijn de voorbeelden legio. Iedereen komt op zeker moment in de levensfase dat je ouders extra zorg nodig hebben. Gelukkig liep het in Wageningen met een sisser af, maar er is iets goed mis in onze ouderenzorg.

Aanleunwoning
Maar gaat het er nu zoveel anders aan toe dan vroeger? In mijn beleving niet. Mijn grootouders verhuisden in de jaren ’70 van hun boerderij naar een aanleunwoning bij een bejaardentehuis (zo heette dat toen nog). Ze hebben daar zeker 15 jaar met veel plezier gewoond, tot mijn grootvader midden in de nacht opstond om de koeien te gaan melken. Op zeker moment kon mijn grootmoeder hem fysiek niet langer tegenhouden, dus verhuisden ze naar het naastgelegen bejaardentehuis. Nu kon mijn grootvader de straat niet meer op, dat was een stuk veiliger.

Oma en opa Verburg
Een jaar ging dat goed en toen was ook daar geen houden meer aan en was de enige mogelijkheid gespecialiseerde zorg op een gesloten afdeling. Maar de dichtstbijzijnde zorg was 10 km verderop. Dus werden mijn grootouders voor het eerst in hun huwelijk van elkaar gescheiden. Altijd samen geweest op de boerderij en nu apart. Maar het was niet anders. Mijn grootvader heeft er geen weet van gehad en mijn grootmoeder was er op voorbereid en kreeg eindelijk wat rust. Zij reisde iedere dag met de taxi op en neer naar haar man. Niet lang nadat we hun 60-jarige huwelijksdag vierden overleed mijn grootvader.

Afbouw van de verzorgingsstaat
Onze overheid is al jaren bezig de verzorgingsstaat af te bouwen omdat het niet langer betaalbaar is. Maar naast de betaalbaarheid is er nog een ander kant aan het verhaal. Zelf heb ik mij altijd voorgenomen om nooit in een bejaardentehuis te gaan wonen. Ik wil gewoon zo lang mogelijk thuis wonen. En wie ik het ook vraag van iedereen krijg ik hetzelfde antwoord. Niemand wil weggestopt worden in een tehuis. Dus de manier waarop wij met ouderen omgaan is niet de manier hoe wij dat zelf zouden willen. Waarom blijven we dat dan nog altijd zo doen?

Terecht dat de verzorgingsstaat wordt afgebouwd. Wij zijn, op een enkeling na, allemaal goed opgeleid, zelfstandig en in staat om voor onszelf te zorgen en nooit eerder was een generatie zo gezond als nu. Ook zijn we niet onbemiddeld, veel mensen hebben naast hun AOW ook een pensioen en daarmee de vrijheid en de ruimte om naar eigen inzicht hun leven in te richten, ook in de laatste fase. Het gros van de ouderen kan en wil best langer voor zichzelf zorgen, zolang ze maar zelf kunnen bepalen waar en hoe ze kunnen wonen.

Tweedeling blijft bestaan
Toen mijn grootouders van de aanleunwoning naar het bejaardentehuis verhuisden moesten ze per maand een klap geld betalen. Want wie geld heeft moest de kosten zelf dragen. Mijn grootouders zijn hun hele leven zuinig geweest en hadden hun boerderij verkocht, dus dat bedrag moesten ze gewoon opsouperen. Voor mensen zonder geld was er ook gewoon plaats, dat werd door de gemeenschap betaald. Is dat eerlijk? Het is maar hoe je het bekijkt en heeft alles met solidariteit van onze verzorgingsstaat te maken.

Een tweedeling in de samenleving van mensen die alles zelf (kunnen) betalen en wie niet, zullen we altijd houden. Er zijn nu eenmaal mensen met veel geld, mensen zonder geld en de middenklasse daar tussenin. Door de crisis is pijnlijk duidelijk geworden dat we op te grote voet hebben geleefd. Nu de verzorgingsstaat in rap tempo wordt afgebouwd realiseren wij ons dat des te meer. Nu de weg naar het verzorgingshuis wordt afgesloten en als we straks niet meer zelfstandig kunnen wonen dan wellicht bij een van onze kinderen, maar dan wel zodanig dat zij niet opgezadeld worden met een mantelzorgboete.

Denken in mogelijkheden
Feit is dat we een herinrichting moeten maken van onze samenleving om de toekomst aan te kunnen maar wel passend bij ieders wensen en mogelijkheden. En daar wringt de schoen. Onze samenleving is zo complex en onoverzichtelijk geworden dat we alleen nog de onmogelijkheden zien. De onzekerheid sluit ons af voor een positieve houding waardoor we niet meer in mogelijkheden en uitdagingen kunnen denken.

De jongere generatie wordt nu al geconfronteerd met zelfredzaamheid omdat de overheid het niet meer voor je doet. De term participatiesamenleving heeft de laatste maanden een negatieve bijsmaak gekregen, maar dat is onterecht, mensen zijn veel (veer)krachtiger dan ze denken. Daar past een nieuwe financiële structuur bij die mensen de mogelijkheid geeft om eigen keuzes te maken. We gaan toe naar een samenleving met minder gemeenschapsgeld en meer individueel geld. De mogelijkheden zijn er, het geld ook, nu moet de politiek lef tonen en doorpakken. Geen mantelzorgboete maar een onvoorwaardelijk basisinkomen voor iedereen, zodat ik over 30 jaar zelf kan beslissen hoe en waar ik wil leven.