Pagina's

maandag 19 maart 2012

Het loslaten van je kind

De afgelopen week was ik behoorlijk ontdaan van het busongeluk in Zwitserland, waarbij veel Belgische en Nederlandse kinderen zijn omgekomen. De hele week heeft het door mijn hoofd gespookt. “Hoe kan dat?” vraag ik mijzelf af.

Een erg bezorgde moeder ben ik niet. Ik geef mijn kinderen de ruimte en de vrijheid. Daar geloof ik meer in dan controle en betutteling. Bij ruziënde kinderen zeg ik al gauw: “Los het samen op!” Maar ook ik heb bezorgde momenten. Voor alles is een eerste keer en al die keren is het lastig om je kind over te geven aan de zorg van een ander of hen de eigenverantwoordelijkheid mee te geven. Zoals de eerste keer naar de kinderopvang, de eerste schooldag, op schoolreis, alleen op de fiets naar school en ga zo maar door. Als alles goed gegaan is dan is een tweede keer al veel makkelijker.

“Waarom ben ik zo ontdaan over dit busongeluk?” vraag ik mij nu af. Een verklaringen ligt in het feit dat mijn oudste zoon net zo oud is en ook in het laatste jaar van de basisschool zit. Dat maakt het behoorlijk dichtbij. Een paar dagen voor het busongeluk ben ik als begeleider met zijn klas op de fiets mee geweest naar een vogeluitkijkpost in de uiterwaarden om vervolgens te gaan wilgen knotten. Dat beeld van die complete klas van 21 kinderen blijft maar in mijn hoofd rondhangen. Stel dat zij in die bus hadden gezeten. Stel dat deze hele klas in een klap zou zijn weggevaagd. Ook wij wonen in een klein dorpje niet groter dan Lommel.

Nog erger is de gedachte dat hij over een aantal weken met zijn hele klas met de bus op kamp gaat! Ik zie er nu al tegenop. Ik slaap er de laatste dagen onrustig door. Het lijkt erop of ik er voor het eerst echt moeite mee heb dat hij iets nieuws gaat doen, ondanks de ervaring dat het wel losloopt. Je staat er niet bij stil als je zo’n pasgeboren kind in je armen houdt maar eens komt de dag dat je ze moet laten gaan. Loslaten dus!

Er op deze manier over schrijven helpt. Er over nadenken waar die onrust vandaan komt geeft ruimte en inzicht en vergroot (of herstelt) het vertrouwen. Wij zijn slechts de tijdelijke begeleiders van onze kinderen en dragen er zorg voor dat ze op een goede manier hun weg in het leven gaan vinden. Ieder mens is uniek en verdient het om zich ten volle te ontplooien. Dit is nodig omdat we allemaal onze eigen taak hebben hier op aarde.

Toch is het heel moeilijk te bevatten waarom mensen zo jong uit het leven gerukt worden. “Waarom zijn ze hier maar zo kort geweest,” vraag ik mij dan af. Ik heb er geregeld over gesproken met een moeder die een kind verloren heeft. Zij kon het na jaren nog steeds niet accepteren dat haar kind zo jong gestorven was. “Misschien is het jouw levensles om daar mee om te gaan,” heb ik haar toen aangegeven. Wellicht moeilijk om er zo tegenaan te kijken, maar volgens mij was dat voor haar de sleutel tot de oplossing. Ik zie aan haar dat het verdriet om haar kind is veranderd. Niet minder maar beter hanteerbaar.

Jarengeleden toen mijn moeder veel te jong was gestorven heb ik ook erg met de vraag geworsteld waarom ze zo jong moest gaan. Ik wist niet waar ik het zoeken moest van verdriet. Voor mij is hierdoor mijn zoektocht versneld. Uiteindelijk heb ik antwoorden gevonden, enorm veel zelfinzicht gekregen en is mijn leven verdiept. Het was mijn levensles!

Ik hoop dat de ouders van die verongelukte kinderen op termijn kunnen inzien wat de taak van hun kind is geweest. Ik wens ze toe dat ze inzicht krijgen en dat ze daardoor vrede kunnen hebben met de situatie. En ik geef mijn kind met een iets minder zwaar gevoel uit handen, tenslotte moet hij het toch zelf doen!


donderdag 8 maart 2012

Duurzaamheid: Wanneer maken we er nu echt werk van?

“Wat als nu iedereen maatschappelijk en duurzaam gaat ondernemen dan kunnen we ons toch niet meer onderscheiden!” vroeg iemand zich vertwijfeld af tijdens een bijeenkomst over duurzaam ondernemen. Zolang deze gedachte speelt hebben we nog een lange weg te gaan!

Tijdens de bijeenkomst, waar duurzaamheid centraal stond, spraken verschillende ondernemers over nichemarkten, koplopers en mooie initiatieven. Vol enthousiasme en ambitieuze plannen met de intentie om samen te werken en duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen tot een succes te maken. Hoogst verbaasd was ik daarom dat in die positieve sfeer iemand zo’n vraag stelde. Het was niet eens kritisch te noemen maar eerder naïef.

Een van de eerste columns die ik op mijn eigen blogsite schreef had als titel: "Duurzaamheid: ideologie of window dressing?" Toen vroeg ik mij al af of de motieven van bedrijven om duurzaam te ondernemen altijd wel zo zuiver zijn? Zo niet, dan vallen ze vroeg of laat toch door de mand en zijn ze nog verder van huis.

Duurzaam doen
Een zelfde ambivalent gevoel bekroop mij eind vorig jaar bij het zien van de glossybijlage bij de NRC over de toekomst van schone energie, die van de Shell bleek te zijn. Ook op internet had Shell ter ondersteuning van haar campagne een mooie nieuwe website en een serie informatieve filmpjes met als thema: duurzame, schone energie. Een van de statements is: als we de woestijn volzetten met zonnepanelen dan is er ruimschoots voldoende energie voor alle mensen op aarde.

Shell bulkt inmiddels van het geld vanwege de hoge olieprijzen. Een luxeprobleem dus. Reikhalzend kijk ik uit naar de duurzame investeringen die ze gaan doen. Op 2 februari maakte het concern bekend dat het merendeel van de winst besteed gaat worden aan het opsporen en ontginnen van olie- en gasvelden. Ik ben perplex. Hoe zit het dan met de mooie plannen en initiatieven? Geen spoor van te bekennen. Mooi hoor, zo’n serie films met veel informatie. Maar wat doet Shell ermee, vraag ik mij teleurgesteld af.

Olie domineert
In 2010 riep Shell nog op dat de overheid meer moet investeren in duurzame technologie. Maar waarom met publiek geld als de private sector niet weet waar ze met haar geld heen moet? Dit is echt de omgekeerde wereld. Ondanks jarenlange inzet van wetenschappers en de nodige onderzoekers die aantonen dat er voldoende duurzame technologie voorhanden is blijft de oliewinning gewoon doorgaan. Met alle onrust die het in de wereld met zich meebrengt.

Iran dreigt met een olieboycot vanwege de Europese druk om met het nucleair programma te stoppen en de olieprijs schiet omhoog. Waarom willen we niet inzien dat de afhankelijkheid van olie en de stijgende prijzen ons veel geld kost en de planeet ernstige schade toebrengt? Hoe hoger de prijs hoe lager de prikkel om in duurzame technologie te investeren en hoe afhankelijker we zijn van de olielanden. Het verkrijgen van olie is nog altijd goedkoper dan investeren in duurzame technologie dat is wel duidelijk.

Groen is uit
Jan Kuitenbrouwer constateert op 11 februari in de NRC “Groen is voorbij. ” Groen is uit, lang leve onze duurzame samenleving. Door de commercialisering van duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen hebben we er inmiddels meer dan genoeg van. Of hebben we er simpelweg geen geld voor over? Groen is een tijdje een machtsmiddel geweest. Maar zolang wetenschappers met droge ogen beweren dat de opwarming van het klimaat geen oorzaak is van menselijk handelen, is het gedaan met die macht.

Ik propagandeer al een aantal jaar dat ecologie en economie steeds meer hand in hand gaan en dat de verbruiker op termijn betaalt. Daar ligt de rol voor de overheid. Maar laat de investeringen vooral over aan de private sector. Maar dan wel zodanig dat de overheid ook de vervuilende industrie niet langer subsidieert. De overheid informeert en stimuleert. En bedrijven zoals Shell moeten hun verantwoordelijkheid nemen.

De rationaliteit
Shell verdient ondanks de afname in beschikbaarheid blijkbaar nog genoeg aan de oude industrie om niet in duurzame energie te hoeven investeren. Tegen de tijd dat alle kleine technologiebedrijven op eigen kosten en op die van de overheid duurzame technologie ontwikkeld hebben is Shell in staat om die gewoon op te kopen. Ook een strategie. Maar jammer dat Shell niet helpt om de verduurzaming van de economie te versnellen.


Voormalig Tweede Kamerlid voor Groen Links Wijnand Duyvendak merkt op in de NRC van 11 februari : “Ik hoop dat het politieke krachtenveld verandert: Nederland heeft net als Duitsland een krachtige groene partij nodig. Zonder maatschappelijke pressie is de grote macht van de fossiele energielobby in Nederland nooit te breken.” Maar met hoop komen we niet ver – actie hebben we nu nodig. Daarmee is de conclusie duidelijk zolang we de noodzaak niet voelen zal er niets veranderen.

Waar blijft de actie?
Maar niets doen is geen optie, dat leidt al helemaal nergens toe. Waarom besteedt Shell haar overschot aan geld niet aan duurzame energie in plaats van aan een glossy? Allemaal ‘window dressing’ en ‘green wassing’. Zolang de machtsverhoudingen de verandering niet toelaat blijven we voorlopig zitten met een niet duurzame vervuilende industrie. Waarom jezelf afvragen of je jezelf kunt onderscheiden als je duurzaam gaat ondernemen? Het gaat toch niet slechts om je eigen imago?

Dus als al die ondernemers op die bijeenkomst nu duurzaam gaan ondernemen is het nog maar een druppel op de gloeiende plaat. Als we allemaal ons steentje bijdragen en gaan samenwerken zonder elkaar als concurrenten te zien dan komen we ergens. Ga gewoon aan de slag, kijk niet naar een ander, maar volg je eigen pad. Ik moet daarbij weer denken aan de Afrikaanse fairtrade ondernemer uit New Koforidua in Ghana die opmerkte: “Als je denkt dat je te klein bent om het verschil te maken dan heb je nog nooit in bed gelegen met een mug!”