Pagina's

woensdag 30 november 2011

Lang leve de gezondheidszorg

Ik ben weer even helemaal genezen van de gezondheidszorg! Mijn vader ging drie weken geleden naar het ziekenhuis voor een kijkoperatie. Inmiddels is hij gisteren voor de 4e keer geopereerd omdat er van alles is misgegaan en is hij zieker dan ooit tevoren.

In ieder beroep worden wel fouten gemaakt, tenslotte zijn we allemaal mensen. Maar toch lijkt het er vaak op dat artsen in de reguliere gezondheidszorg nagenoeg onkwetsbaar zijn. Fouten die door artsen worden gemaakt, hebben vaak grote gevolgen maar worden in de meeste gevallen niet toegegeven. Gebrek aan openheid, veelal onder het mom van beroepsgeheim of waarborgen van de privacy van de patiënt, heeft het erkennen van fouten in de weg gestaan. Procederen ertegen is vaak een lange weg met weinig zicht op een positief resultaat.

40.000 fouten per jaar
Dat er veel medische missers voorkomen blijkt alleen al uit het enorme aantal hits na een zoekopdracht op internet. Er zijn genoeg voorbeelden te vinden. Uit onderzoek blijkt dat één op de 20 sterfgevallen in ziekenhuizen voorkomen had kunnen worden. Per jaar overlijden naar schatting 1700 mensen aan medische fouten en leiden ca. 40.000 fouten per jaar tot ziekenhuisopnames. Trekken we deze berekening door dan betekent dat er een compleet ziekenhuis in Nederland nodig is om alle medische missers te herstellen!

Op de fiets naar het ziekenhuis
Met goede moed stapte mijn vader begin november op een vrijdagochtend op de fiets om naar het ziekenhuis te gaan. Het ging immers over een kijkoperatie. Even kijken en daarna weer op de fiets terug naar huis. Dat hij daar wat al te simplistisch over had gedacht bleek achteraf. Voor hij het wist was zijn galblaas verwijderd en was hij klaar om weer naar huis te gaan. Maar op de fiets terug was voor deze bikkel toch wat teveel van het goede.

Zonder enige voorbereiding, laat staan thuiszorg achteraf, werd mijn vader het weekend in gestuurd. Eigenlijk heeft hij, sinds de dood van mijn moeder, niet veel op met ziekenhuizen. Het liefst wil hij er niets mee te maken hebben, maar soms is het onvermijdbaar. Deze houding heeft als neveneffect dat hij niet goed luistert. Of hem vertelt was wat er ging gebeuren kunnen wij niet meer constateren, maar een volgende keer gaan wij dus gewoon vooraf met hem mee.

Dyslexie
Na een week thuis creperen van de pijn en door de huisartsenpost uitgemaakt voor “lastig” belandt hij alsnog in het ziekenhuis. Inmiddels drie weken later en totaal 4 operaties verder, 17 kg zwaarder van het vocht en een ritssluiting van boven naar beneden, is hij een compleet wrak met allerlei slangen die zijn lijf in- en uitgaan.

Tijdens mijn bezoek bekijk ik de indrukwekkende hoeveelheid toeters en bellen aan zijn lichaam en ontdek op de twee morfinespuiten die aan zijn bed hangen de naam Verbrugge, terwijl onze familienaam toch echt Verburg is. Samen met mijn man ga ik op zoek naar een verpleegkundige om verhaal te halen over de naamsverwarring. Tot onze ontsteltenis krijgen wij te horen: “Ja, dat kan kloppen, er werkt iemand met dyslexie op de afdeling.” Wij zijn perplex!

Meer openheid
Angstaanjagend als je nadenkt over de hoeveelheid incidenten. Voor ons staat vast: in dit ziekenhuis kan nog een hoop verbeteren. Arts en filosoof Bert Keizer wijt gebrek aan openheid aan de hooghartige en afstandelijke houding van artsen. Met het praktijkvoorbeeld van mijn vader bij de hand kunnen we eerder verbaasd zijn dat het in de meeste gevallen gewoon wel goed gaat. Door de aandacht die het onderwerp de laatste jaren heeft gekregen is gelukkig ook het besef aan het toenemen dat het anders moet en dat meer openheid gewenst is. In een onlangs verschenen boekje geven artsen hun fouten ruiterlijk toe.

Terwijl ik dit zit te schrijven moet ik ook constateren dat het vandaag op de kop af 15 jaar geleden is dat mijn moeder in hetzelfde ziekenhuis is gestorven aan kanker. Ik hou mijn hart vast en hoop dat mijn vader binnenkort, weliswaar niet op de fiets, het ziekenhuis levend en wel kan verlaten.

vrijdag 11 november 2011

Dag van de Duurzaamheid

Vandaag 11/11/11 hebben we uitgeroepen tot de Dag van de Duurzaamheid. Dat is hard nodig want het is nog droevig gesteld met het terugdringen van de CO2 uitstoot en investeringen in duurzame energie. En als we zo doorgaan zal dat gevolgen hebben voor ons leefklimaat.

Gisteravond tijdens het achtuur journaal vertelde de oud-minister Maria van der Hoeven, thans directeur van het Internationale Energie Agentschap, dat de behoefte aan energie de komende 25 jaar zeer sterk zal stijgen. Niets nieuws natuurlijk, want met de opkomende industrieën en de wereldwijde stijging van welvaart neemt de behoefte aan energie toe. “Zoals het er nu uitziet is de doelstelling, de temperatuur op aarde met niet meer dan 2ºC te laten stijgen, niet haalbaar.” betoogde van der Hoeven. Grote vraag blijft: Wat gaan we er aan doen?

Investeren in groene energie
“De tijd van goedkope energie is voorbij”, maakte van der Hoeven duidelijk. Of dit nu goed of slecht nieuws is liet ze in het midden. Dat we niet meer terug kunnen naar de prijs van de vorige eeuw lijkt mij evident. Slecht nieuws dus voor onze portemonnee, maar goed nieuws voor de duurzame energieontwikkeling. Want de prijs zal niet langer leidend zijn om te gaan investeren in duurzame energie. Ook de NRC maakte daar deze week gewag van. Naar aanleiding van het rapport van de European Climate Foundation kopte de krant: “Duurzame energie over 10 jaar amper duurder dan gewone stroom.”

Daarmee ligt de weg open om fors te investeren in duurzame energie zou je denken. Maar niets is minder waar. Schokkend is de constatering dat overheden de conventionele en dus de vervuilende energie-industrie (kolen/olie/gas) nog altijd fors stimuleert en wel met $409 miljard. Slechts 14% van de investering die overheden doen is in duurzame energie. “Het roer moet om!”, geeft van der Hoeven terecht aan, maar daarmee lijkt alles gezegd.

Macht van bestaande leveranciers
We kunnen concluderen dat de gevestigde energieleveranciers nog altijd de macht in handen hebben. Zij weten de politici en overheden het best te bespelen en voor hun belangen in te zetten. Zij weten rapporten van de Club van Rome en Brundtland, waarin wordt opgeroepen dat er een einde is aan de groei, buiten de massa te houden. Zij hebben geld om mensen met goede initiatieven, zoals Al Gore met zijn film “An inconvenient truth”, belachelijk te maken en de publieke opinie te beïnvloeden.

Het zijn ook deze machtsblokken die goed in staat zijn om de wetenshap aan hun kant te krijgen. Slechts een kleine hoeveelheid wetenschappers beweert dat de mens niet verantwoordelijk is voor de temperatuurstijging en klimaatverandering, dat het een natuurlijk verloop betreft en dat we aan de vooravond van een nieuwe ijstijd staan. Hun woorden worden in de pers uitvergroot en het luidst verkondigd. Terwijl al sinds de jaren ’70 door heel veel mensen, maatschappelijke organisaties en wetenschappers is aangetoond dat ons klimaat sneller veranderd dan ooit tevoren.

Reddingsplan Europa
Europa zit in een diepe crisis waarvan het einde nog niet in zicht is. Waarom komen we niet massaal in actie om te investeren in duurzame energie? We zijn nu alleen maar bezig om ons geld te redden in plaats van de leefbaarheid op onze planeet.








Als we nu investeren in duurzame ontwikkeling dan slaan we twee vliegen in een klap: we jagen de economie weer aan en helpen daarmee Europa uit de crisis en we zetten de energietransitie van conventioneel naar duurzaam in gang. Door hierin te investeren kunnen we gelijk een voorbeeld zijn voor de opkomende economieën en daarmee ook concurrentievoordeel behalen.

Pas als het water aan onze lippen staat zijn we in staat om creatief tot vernieuwing te komen. Laten we daar nu gebruik van maken en niet wachten tot Europa ten onder gaat. Laten we vandaag, op de Dag van de Duurzaamheid, starten om van de crisis een kans maken.
.

woensdag 9 november 2011

Masters of the Universe

Het kapitalisme heeft door de kredietcrisis aardige imagoschade opgelopen wat het 'vrije marktdenken' geen goed heeft gegaan. De tegenhanger van het kapitalisme – het communisme – heeft in de jaren ’80 al aangetoond geen solide economisch systeem te zijn. Wat nu? Zijn er alternatieven?

We zitten inmiddels al diep in de crisis en er zijn geluiden dat het nog tot zeker 2014 op deze manier zal doorsudderen. Na de val van de muur leek het kapitalisme de grote winnaar van de Koude Oorlog, maar inmiddels zijn we daar niet meer zo zeker van. We kunnen nu concluderen dat beide systemen hun langste tijd gehad hebben en dat het tijd is voor wat nieuws. De vraag is alleen: bestaat er een manier van economie bedrijven dat nog onderbelicht is gebleven en past in de toekomstige situatie?

Jarenlang is het 'vrije marktdenken' leidend geweest in wat we doen. De aanjagers en leiders van de enorme groei – de Masters of the Universe (1) – werden vereerd als helden. We keken tegen ze op, wilden net zo zijn als zij. Nu het tegen zit hebben we de neiging om deze leiders te beschimpen en zwart te maken, we moeten tenslotte iemand de schuld geven van de ellende waar we ons in bevinden. Maar zijn we onze kritische blik al niet veel eerder kwijt geraakt?

Terug naar de basis

Nu het wat minder gaat zijn we weer met beide benen op de grond gezet. We zijn namelijk helemaal vergeten waar het eigenlijk allemaal om draait in dit leven: gelukkig zijn! En dat bereiken we echt niet door meer, meer, meer en nog meer consumeren. Ik merk dat steeds meer mensen dit besef krijgen en dat ze (soms beschaamd) vaststellen dat het zo niet meer gaat. Maar mensen zijn verward, want hoe moet het verder?

Vanaf de jaren ’60 hebben we welvaartsgroei meegemaakt. Diep geworteld is de gedachte dat onze kinderen het beter moeten krijgen dan wij. Ineens blijkt dit een utopie. Dat maakt ons angstig en stuurloos. Ook de opkomst van landen als China maakt ons bezorgd. Niet omdat we bang zijn dat het communisme nu weer de boventoon gaat voeren, maar omdat we bang zijn dat we overspoeld worden door een cultuurverandering waar we ons niet in kunnen vinden.

Herrijzenis van de Feniks
De integraal filosoof Ken Wilber spreekt over ‘transcend and include (2)’. Als we omarmen wat we hebben en wat we weten en daarop voortbouwen dan kunnen we het nieuwe bereiken. We kunnen nooit onze afkomst verloochenen of veroordelen, dan doen we onszelf tekort. Als we deze wetenschap ter harte nemen kunnen we een nieuwe toekomst opbouwen, die al het voorgaande incorporeert zodat we er sterker uitkomen.

Daarom is de tijd waarin we leven zo boeiend. De naoorlogse generatie heeft een basis gelegd voor stabiliteit. In de wetenschap hebben we de materie doorgrond. We hebben technologische hoogstandjes bereikt: de eerste mens op de maan; iedereen via internet verbonden. Daar kunnen we trots op zijn en nemen we met ons mee.

Boeddhistische economie
De tijd dat de Masters of the Universe, de ego’s, de helden, het voor het zeggen hadden is voorbij. De tijd is nu gekomen om de mens zelf te doorgronden en te erkennen dat we een ziel hebben. Ieder mens is krachtig en uniek en telt mee. Als we deze gedachte centraal stellen en ook ons ego opzij durven zetten, dan kunnen we een mooie nieuwe samenleving en economie opbouwen.

In zijn boek ‘Hou het klein’ beschrijft E.F. Schumacher de elementen van de Boeddhistische economie. Er bestaat een duidelijk verschil met de westerse denkwijze waar we beslist iets van kunnen leren.

Westerse denken:
• Arbeid is nodig om geld te verdienen.
• Wie niet werkt zal niet eten.
• Werkeloosheid is toegestaan mits er een uitkering bestaat.
• Het product van de arbeid is belangrijk, het resultaat telt.
• Groei, consumeren en goederen verkrijgen zijn belangrijk.

Boeddhistische denken:
• Arbeid is goed voor de persoonlijke ontwikkeling.
• Wie niet kan werken wordt geholpen.
• Werkeloosheid is ongewenst want belemmert persoonlijke groei.
• Het proces leidt tot ontwikkeling en is net zo belangrijk als het resultaat.
• Arbeid leidt tot een creatieve activiteit en vormt een beloning op zich.

Er is een verandering in onze samenleving zichtbaar waarbij deze vorm van economie bedrijven helemaal zo gek nog niet is. De roep om zingeving, meer betrokkenheid in de samenleving, ethisch handelen en duurzaamheid worden steeds luider. Dan volgt vanzelf de vraag: Werken we om te leven of leven we om te werken?


Bron 1:
Masters of the Universe - uitspraak uit: The Bonfire of the Vanities - Tom Wolfe
Bron 2:
Transcend and include... this is the self-transcending drive of the Kosmos - to go beyond what went before and yet include what went before... to open into the very heart of Spirit-in-action. uit: A Brief History of Everything - Ken Wilber