Pagina's

vrijdag 18 februari 2011

Ook emancipatie kan doorschieten

Vorige week kwam mijn zoon verontwaardigd uit school. In zijn huiswerk zat een fout dat volgens hem helemaal geen fout was. Het verkleinwoord voor vrouw is toch meisje! Soms zijn bepaalde zaken niet te vatten, vooral als je nog jong bent.

Wat in ons gezin heel duidelijk lijkt blijkt in de dagelijkse praktijk toch niet altijd zo te zijn. En dus loop je wel eens aan tegen onduidelijkheden in de maatschappij die je moeder toch anders heeft voorgespiegeld. Hoe ga je daar als kind van een geëmancipeerde moeder mee om?

Dat ik mijn jongens al van heel jong aanleer dat man en vrouw gelijk zijn, werpt in mijn ogen geregeld zijn vruchten af. Dat hun vader ook menig luier heeft verschoond, dat hij geregeld kookt en boodschappen doet is heel gewoon. Dat hun moeder ook een carrière heeft en
’s avonds wel eens naar een vergadering moet, de boekhouding en de belastingen doet, is doodnormaal. Ieder heeft zo zijn eigen taken in ons huishouden, maar die zijn wel onderling uitwisselbaar.

Wat was het geval: mijn zoon moest verkleinwoordjes maken van huis naar huisje, van kooi naar kooitje, van muur naar muurtje, van vrouw naar …… meisje - had hij er van gemaakt. Maar zo was de opdracht niet bedoeld, dus werd het fout gerekend.

Emancipatie kent vele vormen, een daarvan is de taal. Ik gruwel van het woord “vrouwtje” en dat weet mijn zoon ook. Bij het woord “collegaatje” hoor ik alleen maar “een collega met een gaatje”. Belachelijk natuurlijk, dat slaat nergens op en is een disruptie van mijn harde schijf. Zodra een dergelijk verkleinwoord in een conversatie wordt gebruikt dan ben ik weg.

De zanger Van Velzen, die door moeder natuur niet echt veel lengte heeft toebedeeld gekregen, wordt toch ook geen “mannetje” genoemd!

Woorden als “directrice” roept bij mij associaties op uit de oude doos: een keurige dame met een knotje en een pinnige blik. Ik spreek liever over “directeur” of het nu een man of een vrouw is. Het zijn ook veelal de vrouwen die dit soort woorden gebruiken. Mannen hoor je toch nooit spreken over “collegaatje”. Je zou gierend van het lachen onder je bureau wegkruipen.

Ikzelf ben vooral allergisch voor het verschil tussen man en vrouw dat wordt benadrukt door de taal. Als ik dit onderwerp aanhaal bij mannen halen ze hun schouders op en doen het af als onzin. “Het zit tussen jouw oren”, zeggen ze dan. Daar hebben ze ook helemaal gelijk in. Ook de lager opgeleide en niet-werkende vrouwen zegt het veelal niets. Zij zijn het immers die dit taalgebruik hanteren. Terwijl hoger opgeleide vrouwen precies begrijpen wat ik bedoel.

In taal worden machtsverschillen zichtbaar. Hoewel er vooral op de werkvloer steeds meer aandacht bestaat voor gelijkheid tussen de seksen sluipt ongemerkt via de taal de historische verhoudingen er iedere keer weer in. Het onderwerp krijgt niet veel aandacht in de pers, waarschijnlijk omdat het niet door iedereen op dezelfde manier wordt ervaren en gevoeld. Dat maakt het lastig. Als het niet bespreekbaar is zal het ook niet zo snel verdwijnen.

Als er al onderzoek gedaan wordt naar taal en de ongelijkheid die taal met zich meebrengt, dan zijn het vooral vrouwen die onderzoek doen, omdat zij de verschillen zo goed voelen. Dat taal complex is blijkt uit onderzoek van cultureel antropoloog Marijke Naezer. Een mooi voorbeeld is haar lezing: “Vrouwentaal/Mannentaal, wat is normaal?”

Ondertussen probeer ik mijn jongens de nuanceverschillen te leren aanvoelen. Tenslotte zullen we ergens moeten beginnen. Ik heb mijn zoon een dikke knuffel gegeven en gezegd dat de juf het verkeerd heeft gezien en dat hij zijn taak foutloos heeft uitgevoerd! Voor mij was hij de held van de dag!
.

woensdag 16 februari 2011

Krijgen we een islamitische staat?

De ontwikkelingen in het noorden van Afrika volgen elkaar razendsnel op. De roep van het volk om vrijheid. Onder druk van het volk, na dagenlange protesten is afgelopen vrijdag 11 februari 2011 president Mubarak van Egypte eindelijk afgetreden. Maar het einde van de omwenteling in het gebied is nog niet in zicht. Moeten we daar blij om zijn of ons juist zorgen maken?

Toen Ben Ali, de president van Tunesië, begin dit jaar aftrad en de eerste signalen van revolutie in Egypte zich voordeden, gaf mij dat een gevoel van euforie. De roep om vrijheid van het volk krijgt gehoor. Dat dit proces mede te danken is aan de komst van internet staat voor mij als een paal boven water. En dat voelt fantastisch.

Toch hoor je in de pers ook minder optimistische geluiden. Is deze omwenteling wel zo gunstig? Zal het niet leiden tot de oprichting van islamitische staten aan de rand van Europa? Afshin Ellian, Hoogleraar sociale cohesie, burgerschap en multiculturaliteit aan de Universiteit van Leiden, geboren in Iran, sprak afgelopen zaterdag in de NRC daarover zijn bezorgdheid uit. “Als Noord-Afrika massaal islamiseert heeft dat grote gevolgen voor Europa” zegt hij.

Misschien naïef van mij maar ik denk dat het islamitische geloof nooit zodanig zal overslaan naar Europa dat het onze cultuur zal ondermijnen. Ik ben er van overtuigd dat mensen die de vrijheid kennen zich nooit (meer) volledig laten wegcijferen voor een ideologie of geloof, zoals door de islam wordt verkondigd. Dat zou een stap terug zijn in onze ontwikkeling.

Ook immigranten ontwikkelen zich. Onderzoek wijst uit dat integratie van niet-westerse allochtonen drie generaties in beslag neemt. Maar dát de integratie zich ontwikkelt is een feit. De heersende traditie van een volk zal, zeker waar persoonlijke vrijheid wordt gerespecteerd en waar men heeft geleerd zelfstandig te denken, de toon blijven zetten.

Binnen de groep van nieuwkomers zal op den duur de heersende gedachte van het nieuwe vaderland de boventoon gaan voeren ten opzichte van de ideologie waarin men is groot gebracht. Onderwijs speelt hierbij een belangrijke rol en vanuit die optiek zijn gemengde scholen meer wenselijk, dan het ontstaan van zwarte scholen die streven naar behoud van de eigen cultuur.

Vrouwen spelen in het proces van integratie een belangrijke rol. Zij zoeken vaker de verbinding met de nieuwe samenleving, omdat hun bestaan van nature afhangt van de omgeving. Vrouwen zullen zich ook het eerste keren tegen een onderdrukkende rol, omdat ze veelal niets te verliezen hebben. Ik zie dat ook in de Marokkaanse gemeenschap bij mij in de omgeving. Vooral de jonge vrouwen zijn zeer ambitieus en gedreven, komen op voor zichzelf en zijn op zoek naar verbinding omdat ze zien dat ze het hier beter hebben dan ze ooit zouden hebben gehad in het oude vaderland. De jongens maken vooral een gelaten en haast verslagen indruk. Juist deze vrouwen zullen het in hun strijd en loyaliteitsgevoel niet tolereren dat ‘hun’ mannen de Nederlandse cultuur om zeep helpen.

Deze jonge vrouwen zijn ook de opvoeders van de nieuwe generatie zonen. Zij zien de gevolgen van de houding van hun broers en doorzien dat daar niets mee te winnen valt. We zijn uiteindelijk allemaal mensen en allemaal op zoek naar persoonlijk geluk. Ik begrijp niet dat iemand als Ellian die dit gevoel maar al te goed kent zoveel angst heeft voor de komst van de islam naar Europa. Hij moet als geen ander weten hoe sterk de cultuur van vrijheid in Europa is.

Als we denken dat wij hier in Nederland een islamitische staat zullen krijgen dan is dat denken slechts gebaseerd op angst voor het onbekende. Dat de islam een onderdeel van onze samenleving zal worden staat voor mij vast, net zo als het christendom. Ook binnen de heersende christelijke tradities zijn verschillen. Ook hier kennen wij fundamentalisten in de christelijke samenleving, maar daar kunnen wij toch ook vreedzaam mee samenleven!

Ooit waren we bang voor het communisme. Bang dat de Russen, die al klaar stonden in onze achtertuin, ons land zouden overspoelen. Daar is toch ook niets van waar geworden! De islam staat nu aan de achterdeur van Europa. Het is toch naïef om in de zelfde valkuil te trappen.

woensdag 9 februari 2011

Vrijheid Gelijkwaardigheid Verbondenheid

Boekrecensie:


De auteur Martijn Brasem is een inmiddels 64 jarige, gepensioneerde stedenbouwkundig ingenieur. De in zijn werk opgedane ervaring, inzichten maar ook frustratie heeft hij verwerkt in een ebook.

Uitgangspunt zijn de drie genoemde kernwaarden rondom menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. Daarnaast geeft hij ook direct toepasbare oplossingen voor een groot aantal maatschappelijke problemen. In het boek vind je geen enkele bronvermelding en het is zeer eenvoudig geschreven. Daarmee hoopt de auteur een groot publiek te bereiken die er op een onbevangen manier kennis mee kan maken.

De opbouw van het boek is ook verrassend omdat het begint met een sprookje. Een sprookje over Hans, de molenaarszoon, die de wijde wereld intrekt. Om met de prinses te kunnen trouwen moet hij echter de drie draken van hebzucht, eerzucht en heerszucht bestrijden die het land in hun macht houden. Hij doet dat op een overtuigende manier, met als enige wapen het woord waarmee hij mensen overtuigt en tot werkelijk inzicht brengt.

In de inleiding daarna wordt verwezen naar de 200 jaar oude idealen van de Franse Revolutie die de grondslagen vormen voor een nieuwe samenleving. Brasem geeft daarbij aan dat de medicijnen voor maatschappelijke gezondmaking dus al lang bestaan, maar dat we de bijsluiter hebben verloren.

Een lonkend perspectief van een vitale, sociale en rechtvaardige samenleving ligt binnen handbereik. Daarvoor zullen we alleen "de leugens (en mythen) moeten ontmaskeren, het links-rechts of zwart-wit denken moeten verlaten zodat de kleur van het echte leven te voorschijn kan komen".

Het boek bevat hoofdstukjes met originele titels als:
Natuurlijk Geld; Interest of Interesse; De tol van het lot; Gezondheid sparen; Grond is een grondrecht; Slaafloze ondernemingen en Belastingvrije belastingen.

Naast de hoofdtekst vinden we ook in het hele boek een doorlopende kolom waarin levendige voorbeelden worden uitgewerkt van gewenste situaties. Zo vertelt Martijn het verhaal van een gevonden 5 Eurobiljet waarmee een groot aantal mensen hun schulden kunnen aflossen als het maar blijft rouleren. Direct moest ik denken aan de Bijbelse parabel van de 2 vissen en de 5 broden warmee een groot aantal mensen gevoed konden worden. De wonderbaarlijke vermenigvuldiging bestaat echt in de economie!

Wat het boek naar mijn mening zo uniek en interessant maakt zijn niet alleen de heldere analyses en beschrijvingen, maar vooral de direct toepasbare praktische oplossingen. Als ervaringsdeskundige in de vastgoedsector weet hij als geen ander hoe maatschappelijk ontwrichtend de huidige onroerend goed- en huizenmarkt werkt. De speculatie en enorme waardevermeerdering van huizen en gebouwen zuigt het broodnodige geld weg uit de samenleving en schaadt de economie, het onderwijs, de wetenschap en de gezondheidszorg. Brasem komt met het simpele voorstel om mensen alleen een levenslang gebruiksrecht(pacht) te geven op huizen (en dus geen erfrecht) en het eigendom over te dragen aan een nieuwe organisatie, de Onroerende Zaak Centrale (OZC). De OZC zou volgens Brasem zelfs een private onderneming kunnen zijn. Het gevolg is dat huiseigenaren het eigendom overdragen aan het OZC en zo de speculatie en handel in onroerend goed onmogelijk maken. Huizen worden simpelweg aan het economische verkeer onttrokken.

Een ander zeer prikkelend hoofdstuk gaat over de slaafloze ondernemingen (SLO). Via een nieuwe rechtsvorm, de sociaal liberale onderneming (SLO), zou het onderscheid tussen werknemers en werkgever/eigenaar/aandeelhouders in een klap ophouden. Zelf zou ik daar eerder het begrip sociaal maatschappelijke onderneming (smo) voor gebruiken om duidelijk te maken dat ondernemingen dan geen privébezit en geen handelsobject mogen zijn.

Concreet betekent het dat de Nederlandse Bank de aandelen koopt van bedrijven en daarmee de oorspronkelijke eigenaars schadeloos stelt. Tegelijkertijd wordt er met de smo dan een aflossingscontract vastgesteld. De directie wordt benoemd door de OR en heeft daarmee het mandaat. De bedrijfsopbrengsten zijn voor alle medewerkers en de inkomens zijn gerelateerd aan de zwaarte van een functie met een minimum van 2 en een maximum van 12. Een soort van Tinbergen norm. Dus geen prestatieloze, elders ook parasitaire inkomens genoemd, inkomens meer voor de aandeelhouders of eigenaren.

Het totale bedrijfsinkomen kan blijvend worden ingezet voor de ontwikkeling van het bedrijf zelf. De noodzakelijke investeringen komen uit opgebouwde reserves, de pensioenreserveringen van de medewerkers en via bancaire leningen. Niet meer van aandeelhouders. Het bedrijf is daarmee geworden tot een samenwerkingsverband van individuen.

Zo bevat het boekje een schat van concrete, direct toepasbare voorstellen over de gezondheidszorg, een meer directe democratie met een referendum (met stemwaarde), drie geldkringlopen, een milieuladder voor producten, een poldermodel voor de economie etc.

Verder prikkelende voorstellen als:
• Geen ontwikkelingshulp meer. maar de adoptie van landen.
• De Verenigde Naties die een grond- en delfstoffenagentschap beheren, want de aarde is van ons allemaal.
• Een nieuw zorgverzekeringsstelsel met verschillende manieren van verzekeren voor vrijheidsziekten, lotsziekten en risicoziekten.
• Een inventief vernieuwend en houdbaar pensioenstelsel.

Heel inspirerend zijn ook uitspraken als:
• "Belastingen zijn een schenking aan jezelf en de medemens",
• "Het poldermodel hoort niet in de politiek maar in de economie thuis",
• "In een samenleving circuleert geld in drie afzonderlijke kringlopen die met elkaar verbonden zijn: de Ontwikkelingskringloop, de Welvaartskringloop en de Duurzaamheidskringloop",

• "We verdienen ons inkomen in een dienende, broederlijke rol, niet ten opzichte van onze collega´s, chef of baas, maar ten opzichte van al onze medemensen".

Dit boek zou overal bediscussieerd moeten worden bij het vak maatschappijleer en breed uitgediept moeten worden in maatschappelijke, wetenschappelijke en politieke kringen! Een onmisbaar meesterstukje voor alle mensen die een sociale, duurzame en rechtvaardige samenleving een warm hart toedragen. Of in de woorden van de auteur zelf: "Het geestelijk eigendom berust bij de schrijver. Het is desalniettemin wenselijk dat de ideeën en voorstellen uit dit ebook openbaar worden gemaakt via mondelinge overdracht, fotokopie, email of internet".

Zie ook http://www.vrijheid-gelijkheid-broederschap.nl/ en http://www.deniesa.nl/

Deze blog is niet door mij geschreven maar naar een recensie van Ruud Thelosen in het tijdschrift Driegonaal.

Ik beveel het boek van Martijn Brasem van harte aan.

donderdag 3 februari 2011

100 jaar ontwikkeling

Op YouTube is een prachtig filmpje te zien over 100 jaar technologische ontwikkeling die de wereld heeft veranderd. Wat het vooral aantrekkelijk maakt om te kijken is dat de film gepresenteerd wordt door 100 mensen die geboren zijn in het jaar dat de ontwikkeling werd aangekondigd.

Het is altijd goed als we ons blijven afvragen wat technologie ons gebracht heeft. Of de investering die we gedaan hebben heeft geleid tot wat we ervan verwacht hadden. Heeft het ons voorspoed gebracht? Heeft het de wereld iets gebracht waardoor een fundamentele verandering heeft plaatsgevonden? Als we ons dat regelmatig blijven afvragen is de kans groot dat we geen onzinnige dingen bedenken waar de wereld niet op zit te wachten.

In het geval van de informatievoorziening is de afgelopen honderd jaar nogal veel veranderd. Ik denk dat we wel kunnen stellen dat de investeringen in informatie- en communicatietechnologie (ICT) zeker de moeite waard is geweest. Inmiddels wordt er zelfs gesproken van een digitale revolutie, de meest belangrijke ontwikkeling sinds de industriële revolutie.

In mijn columns probeer ik onafhankelijk te zijn, voor zover dat mogelijk is. Ik zou daarom niet zo gauw een reclamefilm laten zien van een bedrijf, omdat ik niet mee wil doen aan de promotie. Dat is mijn taak niet. Laat anderen dat maar doen. Maar toch kan ik het niet laten deze film te laten zien die gemaakt is door IBM omdat ze dit jaar 100 jaar bestaan.

Een groot deel van mijn carrière heb ik doorgebracht in de ICT. Hoewel ik de laatste jaren wat afstand genomen heb blijft de industrie mij trekken. Dat bleek vooral bij het bekijken van deze film, waardoor bij mij 25 jaar historie in vogelvlucht voorbij kwam. Ik ben benieuwd wat ons de komende honderd jaar te wachten staat!



En wat werd er ontwikkeld in jouw geboortejaar?
.

dinsdag 1 februari 2011

Seven Days of Inspiration #7di

Upgrading a country! In zeven dagen tijd, van 28 februari tot 6 maart 2011, wordt Nederland een upgrade gegeven met ruim 30 initiatieven in 15 steden door vele vrijwilligers! Dit om te laten zien wat je kunt bereiken zonder geld en juist mét gebruik van sociale overwaarde!


Vanavond geef ik gehoor aan de oproep om een twitterfall te helpen realiseren. Dit houdt in dat met behulp van de aanduiding #7di een waterval aan berichten via twitter het internet op worden geslingerd. Allemaal om aandacht te vragen voor het geweldige initiatief om de wereld een beetje mooier te maken en in het bijzonder Nederland. Gezien het feit dat ik dit motto vaak zelf hanteer kan ik niet achterblijven.



In de week van 28 februari tot 6 maart heeft iedere dag een eigen thema:

• Onderwijs – 28 februari

• Zorg – 1 maart

• Werk – 2 maart

• Duurzaamheid – 3 maart

• Versimpelen – 4 maart

• Voeding – 5 maart

Door het hele land worden rond de thema’s initiatieven ontplooid en inspiratiepodia georganiseerd. Kies zelf een thema wat je aanspreekt en help mee om Nederland een upgrade te geven op de manier die bij je past.

Laat je in 90 seconden inspireren door de volgende clip te bekijken. Bedenk wat je zelf kan doen of sluit je aan bij een van de initiatieven die door het hele land verspreid worden uitgevoerd. Op de site http://www.7di.nl/ kun je zien in welke steden wat voor soort initiatieven plaatsvinden.

Moderne slavernij doorbroken

Het gevoel als arbeider uitgebuit te worden is niets nieuws. Het bestaat al zolang mensen arbeid verrichten in dienst van een ander. En het is eveneens een misvatting te denken dat dit alleen de laagbetaalden treft.


In de jaren ’90 begeleidde ik een groep gedetacheerde ICT-professionals. Naar mate ik meer en beter contact met ze kreeg beklaagden de meesten zich vroeg of laat over het gebrek aan binding met het bedrijf. Ze moesten geld opbrengen voor de baas en dat was het dan. Stuk voor stuk dachten ze er hard over om ergens anders in vaste dienst te gaan, weg uit de detachering. Zeker in hoogtijdagen was het verloop groot. Nu jaren later hoor ik nog steeds hetzelfde geluid en moet dus concluderen dat er nog niet veel is veranderd.

Buffelen en ellebogenwerk
We denken wel eens dat met de wetgeving rond arbeid en arbeidsomstandigheden de uitbuiting van arbeiders verdwenen is, maar helaas is dat niet het geval. Zelfs hoger opgeleiden bij grote consultancy- en advocatenkantoren hebben moeite met een cultuur waar hard buffelen en ellebogenwerk normaal is. Met het verschil dat deze professionals het gevoel hebben in zichzelf te investeren. Hen wordt namelijk de functie van partner als een worst voorgehouden. Bij de ICT-professionals werkt dat veelal niet zo, daar ligt geen partnerschap in het verschiet.

Voor de gevolgen van de flexibilisering van de arbeidsmarkt moeten ICT-bedrijven voorzichtig zijn en alert blijven. Er is namelijk een belangrijke trend gaande, vooral onder jongeren: het zelfstandig ondernemerschap. Door de technische mogelijkheden van ICT is het redelijk eenvoudig geworden om vanuit zelfstandigheid te werken. Al op school worden jongeren geconfronteerd en gestimuleerd met de mogelijkheden. En velen zijn inmiddels dat pad al ingeslagen.

Wat drijft de werknemer
Uit diverse onderzoeken blijkt dat de mate van persoonlijke ontwikkeling, sfeer en zingeving bepalende elementen zijn voor de jongere generatie om ergens te gaan werken. De manier waarop ze zijn opgevoed, in alle vrijheid door de babyboomgeneratie zonder regels en grenzen, met erkenning voor wie ze zijn, in staat om gevoelens te tonen en te communiceren maakt het voor hen niet makkelijk om als gewillige werknemer in een keurslijf aan de slag te gaan.

Gevaarlijk wordt het voor de grotere ICT-bedrijven om deze ontwikkeling te negeren. Toen ik laatst een ICT-bedrijf met deze trend confronteerde was de opmerking: "Dat speelt bij ons totaal niet, wij hebben veel geoutsourced naar India." Maar ja hoe lang nog voordat India alles in eigen beheer gaat doen en daarmee een concurrent wordt? En daarnaast geldt dat niet alle functies kunnen worden uitbesteed naar lagelonenlanden.

Flexibiliteit arbeidsmarkt
Uit onderzoek van Berenschot en ADP blijkt dat vooral de ICT-sector getroffen gaat worden met de grootste schaarste. Goed nieuws voor de ICT-ers met specialistische kennis. Slecht nieuws voor de grotere ICT-bedrijven. Uit verschillende hoeken komen schattingen van tekorten en mismatches op de arbeidsmarkt die de komende jaren zullen oplopen tot een miljoen. Tegen die tijd zullen er ook ca. een miljoen zelfstandig professionals op de markt actief zijn. We zullen dan een verschuiving bij de bedrijven gaan zien van vast personeel naar personeel dat op projectbasis opdrachten vervult. We krijgen dan te maken met twee soorten werknemers: de risicomijdende loondienstmedewerkers en de vrijheid zoekende professionals. Een boeiend vooruitzicht.

Veel meer dan eerdere generaties zullen jonge mensen kiezen voor vrijheid en zelfstandigheid in een rol als zelfstandig professional in plaats van in loondienst. Werken vanuit zelfstandigheid heeft ook gevolgen voor de prijs, omdat hoge overheadkosten niet aan de orde zijn. En de grootste drijfveer is niet geld maar vrijheid. Iedere jonge werknemer met een zekere eigenwaarde zal al gauw inzien dat de toekomst een vraagmarkt voor de werknemer is.

De ICT wordt volwassen
Deze tendens biedt vooral voor de ICT-branche grote mogelijkheden. De branche is de aanjager van nieuwe technologie, maar helaas is de eigen manier van werken nog weinig vernieuwend. Door de jaren heen is veel geëxperimenteerd met het op ander wijze uitvoeren van projecten. Maar nog altijd duren projecten twee keer zo lang en zijn twee keer zo duur als vooraf begroot.

We staan aan de vooravond van een cultuuromslag die het werken zal veranderen. Met de komst van een nieuw soort werknemer, werkend vanuit een andere levenshouding en een gevoel van eigen verantwoordelijkheid zal dat wel eens heel snel kunnen gaan. De nog relatief jonge ICT industrie zal hierdoor in staat zijn haar gang naar volwassenheid definitief in te zetten.

Tip
Wil je wat lezen over de belevenissen en ervaringen in de kantoorjungle, oftewel de moderne slavernij, dan beveel ik je van harte het boek ‘Zo Zuidas’ aan over de ontboezemingen van drie anonieme jonge vrouwen (twee advocaten en een bankier) werkzaam op de Amsterdamse Zuidas.