Pagina's

dinsdag 15 september 2009

Wat heeft koffie met geluk te maken?

Het is genoegzaam bekend dat koffie het gevoel van geluk beïnvloed, dat het een oppepper geeft, de oplettendheid verhoogt en ons vriendelijk stemt. Kortom koffie heeft invloed op ons geluksgevoel. Maar de Amerikaan Michael Gates Gill is pas echt gelukkiger geworden van koffie. Hij schreef er een boek over getiteld: Hoe Starbucks mijn redding werd.

Vorige week was ik weer eens ouderwets aan het struinen bij de Slegte. Op de afdeling “economie” kwam ik het boek van Michael Gill tegen. Ik had ooit gehoord dat Starbucks, de keten van koffiewinkels uit de Verenigde Staten, zijn personeel goed behandeld, dus het leek mij interessant om daar meer over te weten. Het bleek echter een biografie van een man die ooit een hoge positie bekleedde in de reclamewereld en volledig aan de grond geraakt een eenvoudige baan bij Starbucks aanvaardde. Het veranderde zijn leven.

Het boek leest als een trein en ik kon eigenlijk niet geloven wat ik las. Het had iets weg van een verhaal als “Alleen op de wereld”, ik dacht in eerste instantie aan een marketingtruc. Maar het bleek toch waar te zijn, getuige de zeer serieuze filmpjes op internet. Hoewel het dus niet echt over het concern Starbucks ging raakte ik toch geïntrigeerd. Iemand die zichzelf zo bloot durft te geven is heel bijzonder.

Wat Gill vooral ontdekte over zichzelf is de eenzijdige blik die hij op de wereld had gebaseerd op zijn achtergrond en sociale klasse. Hij had in het verleden nogal neerbuigend gedaan naar mensen van andere achtergrond. Diversiteit is iets dat ieder bedrijf onderschrijft (vooral als de overheid meekijkt) maar niemand daadwerkelijk in praktijk brengt, zegt hij achteraf. Onbekend maakt onbemind, dus vooral als je dagelijks met iemand moet samenwerken nemen we liever iemand aan van dezelfde cultuur en achtergrond. Gill zag in dat hij veel mensen daardoor nooit een eerlijke kans heeft gegeven. En nu werkt hij voor een jonge zwarte vrouw van totaal andere komaf. Een wereld ging voor hem open en hij moest bekennen dat hij zich er veel gelukkiger onder voelde.

Gill was er van overtuigd dat zijn toppositie in de reclamewereld en bijbehorend salaris de beloning waren voor zijn grote talent en zijn harde werken. Terwijl bij nader inzien zijn status en succes in de schoot geworpen waren door zijn afkomst en huidskleur. Hij moest toegeven dat het ophouden van die status hem jarenlang enorm veel energie gekost had. Jarenlang waren alleen macht en aanzien belangrijke succesfactoren en angst een sterke motivator en nu werd Gill geconfronteerd met het tegenovergestelde. Een schokkende en confronterende ervaring.

Het gevoel om nuttig te zijn, respect te krijgen, niet meer de schijn te hoeven ophouden geeft meer vreugde dan al het geld dat hij voorheen verdiende en de status en aanzien die hij had. Daarnaast is Gill zeer positief over de arbeidsvoorwaarden van Starbucks en ook over de arbeidsomstandigheden is hij niet negatief. Enkele kenmerken van de Starbucks bedrijfscultuur:
· Medewerkers geven elkaar geen opdrachten, maar vragen de ander of ze iets willen doen
· Medewerkers heten partners
· Gratis gezondheidszorg en onderwijs voor iedereen
· De partners komen op de eerst plaats daarna pas de klant
· Iedereen hoort respectvol met elkaar om te gaan
· Gelijke kansen voor iedereen.

Toch lijkt het een eenzijdig verhaal omdat Starbucks ook veel kritiek krijgt juist op de punten van arbeidsomstandigheden en -voorwaarden. Na een beetje googlen ontdekte ik twee kanten aan de medaille. Er zijn duidelijke voorstanders en tegenstanders van het concern. Starbucks gaat er prat op dat ze zo goed voor hun medewerkers zorgen, maar ondertussen toonden ze hun machtspositie aan de inkoopkant en werden de koffieboeren zwaar onder druk gezet om goedkoop te leveren. Zo zou Starbucks over de ruggen van mensen een “vals Bohemien gevoel” verkopen, was een van de kritische noten. Om de kritiek het hoofd te bieden zijn ze overstag gegaan. Inmiddels koopt het concern duurzame FairTrade koffie in, waarvoor ze een reclamecampagne hebben uitgevoerd, wat ze voorheen nooit deden.

Een andere kritische noot komt uit de hoek van Naomi Klein in haar boek No Logo, die genadeloos kritisch is op veel multinationals en daarmee ook op Starbucks. Onlangs kwam Starbucks nog in het nieuws omdat ze ontvangen fooien met terugwerkende kracht aan de partners uit moeten betalen.

Dus wat is er nu waar? Laten we vooral kritisch blijven en voortdurend vragen blijven stellen. Feit is dat Michael Gates Gill heel gelukkig is geworden in zijn functie van Barista bij Starbucks. Het gaat er dus niet om hoe de publieke opinie is, want die is al gauw vertekend, en als een bepaalde perceptie wordt overgenomen door een enkeling kan het al gauw een olievlekwerking tot gevolg hebben. Veel mensen papagaaien elkaar na, zonder de achtergronden te kennen en zonder na te denken over de consequenties. Het gaat er vooral om hoe een individu het ervaart. Zoveel mensen, zoveel smaken. Net als Starbucks en vele van zijn fans aangeeft: de koffie van Starbucks is een beleving.

Inmiddels geeft Gill veel lezingen aan het bedrijfsleven. De belangrijkste boodschap die hij mensen meegeeft is dat het leven onvoorspelbaar is en door iets onvoorziens een totaal ander wending kan krijgen. Hij raadt ook iedereen aan om een “open mind” te hebben en buiten de gangbare paden te kijken en te denken, dat verrijkt je leven.

Voor mij had het lezen van het boek nog een bijkomend opvoedkundig element. Mijn zoon was namelijk zeer onder de indruk dat ik binnen twee dagen meer dan tweehonderd bladzijden heb gelezen. Hij vindt lezen een verplichting waarbij iedere bladzijde telt. Opvoeden is het goede voorbeeld geven. Ik ben ervan overtuigd dat hij lezen ooit leuk gaat vinden.

donderdag 10 september 2009

Een bonus van maximaal een jaarsalaris

Welk een uitzonderlijke prestatie moet iemand leveren om een bonus van een jaarsalaris te ontvangen? En dan nog wel het jaarsalaris van het kaliber bankier.

Een nobel streven van de Nederlandse overheid om de bonuscultuur aan te pakken, maar of het gaat lukken is nog maar de vraag. “Dan verhogen we toch gewoon het vaste inkomen” was een eerste reactie van een bankier naar aanleiding van de voorgenomen reguleringsmaatregel. Een andere reactie: “Bankiers zijn veel slimmer en kunnen sneller schakelen dan ambtenaren die moeten handhaven”. Weer een ander reageerde met: “Het is palingen vangen in een emmer snot”. En van mensen met deze mentaliteit en houding zijn wij en het economisch systeem afhankelijk.

Een bonus verdien je als je een goede prestatie hebt geleverd en je de afgesproken resultaten hebt gehaald. Ik heb zelf jarenlang met bonussystemen gewerkt, maar ik heb nooit meer dan mijn eigen jaarsalaris aan bonus ontvangen, omdat het altijd een percentage van dat jaarsalaris betrof. Maar waarschijnlijk ben ik niet zo gewiekst als de bankiers die natuurlijk perfect met geld om kunnen gaan, want dat is tenslotte hun vak.

Hoezo goede prestaties? Citigroup leed in 2008 een verlies van 28 miljard dollar en kreeg 45 miljard dollar staatsteun. Toch werd er voor een bedrag van 5,3 miljard dollar aan bonussen uitgekeerd. Waarvan 696 medewerkers zelfs meer dan 1 miljoen dollar ontvingen! Hoe kan dit? Citigroup is niet het enige voorbeeld. Een aantal Amerikaanse banken maakten nog wel winst maar keerden totaal meer bonussen uit dan de behaalde winst. En ook in Europa krijgen veel bankiers al weer dikke bonussen terwijl de kredietcrisis nog lang niet over is en het economische systeem op haar grondvesten staat na te schudden.

De openbare aanklager van New York onderzocht de uitgekeerde bonussen over 2008 bij de negen banken die overheidssteun kregen. Zij vonden nagenoeg geen verband tussen de prestaties van de bankiers en de uitgekeerde bonussen. “Resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst.” staat er zo braaf onderaan advertenties van banken. Voor de bankiers gaat deze waarschuwing blijkbaar niet op. De beurshandelaren die vaak forse transacties doen vinden dat ze recht hebben op een deel van de opbrengst. Dit denken heeft, volgens Kees Cools, hoogleraar corporate finance in Groningen, het hele beloningssysteem binnen banken aangetast.

Dat ondernemers veel geld verdienen als ze het goed doen is bekend en terecht. Zij lopen tenslotte risico, veelal met hun eigen vermogen als inzet. Zij kunnen failliet gaan waardoor ze vaak privévermogen en zelfs het huis waar ze in wonen verliezen. Maar bankiers zijn maar gewoon loonslaven. Welk risico lopen zij als het wat minder gaat? Ze raken hooguit hun baan kwijt, wat nogal makkelijk gaat in de Angelsaksische landen. Maar door het soepele ontslagrecht hebben ze zo weer een nieuwe baan. Maar in ons land lopen de dik betaalde bankiers nagenoeg geen risico. Dus waarom dan die hoge bonussen?

Als reden voor hoge salarissen en dito bonussen wordt maar al te gauw aangegeven dat voor kwaliteit betaald moet worden. Men moet op een krappe arbeidsmarkt kunnen concurreren. Volgens Heleen Mees ontbreekt het aan zelfreinigend vermogen in het old boys netwerk, dat alleen maar bezig is zichzelf in stand te houden. Als de bank Lehman Brothers Lehman Sisters had geheten was het volgens haar nooit failliet gegaan.

Gillian Tett, een verslaggever van de Financial Times, schreef een boek over het ontstaan van de kredietcrisis. Hij maakt gehakt van de gokkende en feestende bankiers van JP Morgan, veelal jonge ambitieuze mannen. Hij houdt ze met hun scrupuleus gedrag voor een groot gedeelte verantwoordelijk voor het ontstaan van de kredietcrisis. Tijdens luxueuze “heisessies” bedachten ze het ene na het andere financiële product waaronder de “credit derivatives” die rap werden gekopieerd door de andere banken. Het begin van de ondergang.

Natuurlijk kunnen we niet alle schuld van de kredietcrisis bij de bankiers leggen. Sinds het loslaten van onze ideologische denkbeelden, onze religieuze structuren en onze heldere en duidelijke door onze ouders uitgestippelde levenspaden, zijn we op zoek gegaan naar nieuw houvast. Dit houvast lijken we gevonden te hebben in materiële en financiële middelen. Hiermee kunnen wij onze behoefte aan vrijheid veiligstellen en komt het zwitserlevengevoel binnen handbereik. We zijn echter doorgeslagen in het consumeren. Lekker gemaakt door allerlei financiële constructies als beleggingshypotheken, aandelenlease, fiscale voordelen, heeft onze hebzucht extreme proporties aangenomen. Het moest een keer fout gaan.

Maar hebben we er wat van geleerd? Nee dus! De bankiers zien hun bonussen al weer gloren en als de beurskoersen weer opkrabbelen gaat de consument straks weer vrolijk verder met consumeren. Het is dan alleen nog maar wachten op de volgende kredietcrisis.