Pagina's

donderdag 18 juni 2009

Het is tijd voor Slow

Door de huidige crisis heeft het kapitalisme een fikse deuk opgelopen. Vooral de Amerikaanse benadering van het vrije markt denken staat ter discussie. Hebben we het al die jaren verkeerd gedaan? Hoe moet het dan wel? Tijdens de Slow ChangeMgt bijeenkomst op 25 mei 2009 werd hierover flink gediscussieerd.

In zijn boek “Capitalisme contre capitalime” uit 1991 constateerde de Franse econoom Michel Albert een tegenstelling tussen de harde neoliberale politiek van de Amerikaanse president Ronald Reagan en de mildere en meer sociale politiek in West-Europa. Hij schreef achttien jaar geleden al, onderbouwd met cijfers, dat de Europese aanpak, door hem aangeduid als Rijnlands, economisch betere vooruitzichten biedt dan het Angelsaksische model. Hij waarschuwde toen al voor het ontstaan van een torenhoge staatsschuld in Amerika als gevolg van de snelle welvaartsgroei.

De kredietcrisis wordt vooral toegeschreven aan het falen van het Angelsaksische model, daarmee heeft Albert dus gelijk gekregen. De aantrekkingskracht van het snel rijk kunnen worden toont duidelijk zijn keerzijde. De laatste jaren zijn we verslaafd geraakt aan snelheid. Soms lijkt het er wel op of een etmaal niet meer uit 24 uur maar uit 18 uur bestaat. We komen steeds meer tijd tekort. Dit wordt vooral pijnlijk zichtbaar in de grote groep werknemers met chronische vermoeidheid en overmatige depressies. De hele snelheidseconomie is door de crisis piepend en krakend tot stilstand gekomen. Tijd voor bezinning.

De enige zekerheid die we in ons leven hebben is dat alles verandert. Maar een ding verandert niet en dat zijn onze basisbehoeften, zoals Maslow al in zijn piramide beschreef. Het wordt tijd dat we terugkeren naar waar het werkelijk om draait: de mens en de menselijke relaties. We zijn de laatste jaren vooral gefocust geweest op onszelf en op de groei van onze materiële welvaart. De hardlopers zijn doodlopers gebleken. Het werd een keer tijd, de balans is zoek!

In Europa begint gelukkig een tegenbeweging zichtbaar te worden. Veel initiatieven en ontwikkelingen die op zoek zijn naar “Slow”, zoals Slow Food, Slow Management, Slow Politics, Slow Journlism, Slow Life. Op internet zijn diverse voorbeelden te vinden. In Nederland is in 2007 het tijdschrift Slow Management opgericht. De Canadees-Britse journalist Carl Honoré schreeft in 2004 een boek: “Slow, een wereldwijde revolutie”, waarin hij pleit voor een culturele revolutie en een nieuwe balans zowel in het werk als ook privé. Op LinkedIn bestaat de gestaag groeiende groep Slow ChangeMgt, waarvan een aantal leden op 25 mei bijeen kwamen om te discussiëren over wat Slow inhoudt. Een greep uit de onderwerpen die tijdens deze Ronde Tafel bijeenkomst ter sprake kwamen met enkele aanbeveling:

Slow Change Management
Bij veranderingsprojecten moeten we vooral voor ogen houden dat er geen revolutie plaatsvindt, dat werkt altijd contra. Ga uit van de kracht van mensen en ga vooral ook uit van je eigen kracht. Het is van belang dat je als veranderaar vooral als inspirator optreedt en dat je vanuit je bevlogenheid mensen motiveert en in beweging krijgt. Ook moet daarbij steeds het overkoepelende doel voor ogen gehouden worden. We moeten niet blind veranderen om het veranderen, ook niet-conventionele oplossingen kunnen een verandering tot stand brengen. Zo kan het soms beter zijn een niet functionerende medewerker te laten zitten in plaats van te verwijderen, omdat het onnodig onrust kan veroorzaken. Mensen kunnen zich op een bepaalde manier spiegelen aan de slecht functionerende medewerker en daardoor het positieve gevoel krijgen dat ze zeker niet zo ver mogen afzakken.

Vaak denken we problemen te kunnen aanpakken door het inzetten van technologische hulpmiddelen, maar dit is niet per definitie de juiste oplossing. Als je de groeisnelheid van een plantje wil meten geef je iemand een liniaal, daar heb je geen ingewikkeld meetsysteem voor nodig. Het inzetten van middelen is altijd situationeel afhankelijk.

Door onze opvoeding en achtergrond hebben we geleerd op een bepaalde manier naar de werkelijkheid te kijken en nemen we bepaalde zaken voor lief. Het is noodzakelijk dat bij alles wat we doen we een kritische houding aannemen, vragen blijven stellen en een open blik blijven houden. Onze organisaties zijn ontstaan in de industriële revolutie, we organiseren nog steeds op dezelfde manier, ondanks alle technologische veranderingen. Klopt dit nog?

Slow gezondheidszorg
De mens wordt in de medische wetenschap in delen beschouwd: hart, benen en armen, hoofd, organen, etc. Omdat de geneeskunde zo kijkt kost het heel veel tijd om tot de juiste oplossing voor bepaalde kwalen of aandoeningen te komen. Het wordt tijd dat de mens als eenheid wordt gezien. De alternatieve geneeskunde, door de reguliere geneeskunde aangeduid als “kwakzalverij”, kijkt naar de mens als geheel, zoekt vanuit die blik naar het probleem en de oplossing. Wordt het niet tijd om ook alternatieven serieus te nemen?

Slow Food
Er wordt meer geld gestoken in de farmaceutische industrie om mensen met overgewicht te behandelen, dan dat er in de R&D van gezonde voeding wordt gestoken om de problemen te voorkomen. Het afleren van bestaande voedingspatronen is moeilijk. Makkelijker is het daarom om een andere soort voeding (gezondere voeding) in hetzelfde voedingspatroon in te brengen. Daar is nog een hoop te winnen. Ook gezonde beweging om overgewicht te voorkomen is niet meer automatisch onderdeel van de opvoeding van onze kinderen. We zijn te druk en zetten daarom onze kinderen al gauw met een zak chips voor de televisie of de computer. Een Slow levensritme kan ook deze disbalans herstellen.

Tip om Slow te bevorderen
We trekken vaak te snel conclusies of doorgronden onvoldoende waar een probleem zit. Om het werkelijke probleem boven water te krijgen dat om een oplossing vraagt is het raadzaam om 5 keer “waarom” te vragen. Vaak bij de derde “waarom” komt het uiteindelijke probleem duidelijk op tafel.

De algemene conclusie van de bijeenkomst – onze uitdagingWe zijn heel ver af geraakt van waar het eigenlijk allemaal om gaat: menselijke relaties. Het wordt tijd dat we anders gaan leren kijken. We moeten leren andere keuzes te maken dan we altijd automatisch gedaan hebben, omdat het zo hoort, omdat we het zo hebben geleerd, omdat we het altijd zo doen. Die manier van doen kan wel helemaal niet de juiste zijn (het natte apensyndroom). We moeten weer gaan nadenken en onze intuïtie gaan gebruiken. Die is platgeslagen door onze opvoeding en onze studie. Slow kan ons daarbij helpen, omdat Slow ons laat nadenken en omdat Slow daarna nét snel genoeg is om zaken in beweging te krijgen en te houden en om de juiste verandering tot stand te brengen.

Deze bijdrage is samengesteld naar aanleiding van de Slow ChangeMgt bijeenkomst op 25 mei 2009. Het was een uiterst boeiende bijeenkomst met veel verschillende geluiden over hoe het ook kan!

Jolanda Verburg

maandag 15 juni 2009

Het kapitalisme voorbij

Na de val van het communisme lijkt ook het kapitalisme zijn langste tijd gehad te hebben. Welke denkbeelden zijn nu actueel? En welke koers gaan we economische, politieke en persoonlijke varen? Tijd voor reflectie.

Na de val van De Muur in 1989 kwam de Franse econoom Michel Albert met het boek “Capitalisme contre capitalime” (1991). Hij constateerde dat de strijd tussen het communisme en het kapitalisme in het voordeel beslecht was van het kapitalisme. Maar direct ontdekte hij dat het kapitalisme niet zo eenduidig was als het in eerste instantie leek. De harde neoliberale politiek van de Amerikaanse president Ronald Reagan stond haaks op de mildere en meer sociale politiek in West-Europa. Volgens Albert was daarmee een nieuwe strijd geboren.

Het Rijnlands model
In zijn boek introduceerde Albert het begrip Rijnlands managementmodel, voor de mildere Europese aanpak, ook wel “caring capitalism” genoemd, dit plaatste hij tegenover het Angelsaksische model. Hij schreef toen al, onderbouwd met cijfers, dat het Rijnlands model economisch beter uitpakt dan het Angelsaksische. De onderklasse in Amerika weet namelijk niet goed te profiteren van de economische voordelen van het vrije markt denken, waardoor de armen steeds armer worden en de rijken steeds rijker. Begin jaren '90 wees hij al op het ontstaan van een torenhoge staatsschuld in Amerika, de prijs die men betaalt voor de snelle welvaartsgroei.

Albert heeft gelijk gekregen, met de kredietcrisis is nu het Angelsaksische model ontploft, met wereldwijde gevolgen. De aantrekkingskracht van het snel rijk kunnen worden toont duidelijk zijn keerzijde. Hoe nu verder? Is het kapitalisme nu ten dode opgeschreven en moeten we over op een ander systeem? Of moet het kapitalisme slechts een koerswijziging ondergaan? Het is niet de eerste keer dat het kapitalisme in de problemen verkeert, kijk naar de crisis in de jaren ’30, de tweede wereldoorlog en de dip in de jaren ’80. Toch is de vrije markteconomie overeind gebleven en zal er ook nu een manier gevonden worden om de nadelige effecten het hoofd te bieden. Alleen de manier waarop zal anders worden.

Keerzijde van het Angelsaksisch model
Ook Nederland is in de jaren ’90 massaal meegegaan met de neoliberalistische politiek van Amerika en is de verzorgingsstaat langzaam afgebouwd. Dit heeft veel goeds tot gevolg gehad, omdat de staatsschuld is verminderd, de overheidsuitgaven versoberd en de uitkeringen en vangnetten kritisch tegen het licht zijn gehouden. Maar de keerzijde kennen we ook. De marktwerking in de zorg heeft tot excessen geleid, zoals bij Stichting Philadelphia, de woningbouwcorporaties met graaiende bestuurders, (semi)overheidsbestuurders en directies van energiebedrijven met extreme salarissen.

Kapitalisme betekent dus niet dat de vrije markt maar op zijn beloop gelaten moet worden. Dat kan het tegenovergestelde effect bereiken, zoals ongebreidelde groei met uitwassen leidend tot waanbeelden van het kan allemaal niet op, de hang naar meer, de hebzucht, grootheidswaanzin, allemaal leidend tot asociaal gedrag. Enige sturing en beteugeling is zeker op zijn plaats. Misschien moeten we hier wat oude communistische ideeën van stal halen en de marktgroei beter planbaar maken. De markt moet immers ten dienste staan aan de mens en zeker niet andersom.

Een nieuwe koers lijkt te liggen in het Rijnlands model. In Europa kennen we niet één model, naast het Rijnlands wordt in West-Europa ook gesproken over het Iers, het Frankisch en het Scandinavisch model. Maar feitelijk ontlopen die elkaar niet veel, de overeenkomst ligt vooral in de hogere overheidsbeslag op het BBP. Tegenstanders vinden dat hierdoor de private sector niet haar volle potentieel aan welvaartscreatie kan waarmaken, waardoor de welvaartsgroei wordt getemperd. Ook wordt het model als onwerkbaar beschouwd vanwege de consensus die bereikt moet worden om alle belanghebbenden tevreden te stellen en wordt het vanwege alle compromissen die gesloten moeten worden als een erg politiek systeem ervaren.

Wat zijn de verschillen tussen Angelsaksisch en Rijnlands:
Angelsaksisch:
fouten maken kan niet, iedereen moet alles kunnen. Technologie- en marktgedreven, maar vooral op korte termijn. Angst en controle zijn belangrijke drijfveren. Economische groei is een must. Tégen het Kyoto verdrag. Minimale overheidsbemoeienis. De droom van iedere Amerikaan is rijk worden en veel geld verdienen.
Rijnlands:
fouten maken mag, daar leer je van, je mag erkennen dat je niet alles weet. Technologiegedreven maar met oog voor het milieu en de lange termijn. Voorzichtigheid en deugdzaamheid zijn belangrijk. Duurzame groei. Vóór het Kyoto verdrag. Overheidsbemoeienis op collectieve zaken als zorg, onderwijs en infrastructuur. De droom van iedere Europeaan is kwaliteit van leven en vrije tijd.

Het Rijnlands versus het Angelsaksisch model betreft geen harde tegenstelling. Er zijn zowel voor- als tegenstanders van het Rijnlands model. Nederland wil innovatieland zijn, om dan een zuivere Rijnlandse koers te varen is bijna niet haalbaar als we voortdurend met allerlei belangen rekening dienen te houden. Ook wordt het model als star, saai en weinig uitdagend ervaren, geen aanbeveling voor innovatie. We kunnen stellen dat het Rijnlands model evenals het Angelsaksisch model in haar zuivere vorm niet overal en altijd werkt. Het moet situationeel worden ingezet.

Concluderend kunnen we stellen dat:
uit iedere chaos nieuwe ordening zal ontstaan, zo ook uit deze crisis. We moeten ondanks de onzekerheid voor de toekomst anders leren denken en andere keuzes gaan maken. Voorwaarde is wel dat we dicht bij onze culturele achtergrond blijven en van daaruit onze eigen koers varen. Vanuit het Angelsaksisch perspectief betekent dit dat de koers van bovenaf geformuleerd gaat worden en richtinggevend is voor iedereen. Vanuit het Rijnlands perspectief betekent dit een breed geformuleerde en gedragen visie die door iedereen naar eigen inzicht ingevuld gaat worden. Een belangrijke niet meer te stuiten trend is dat niet alleen consumenten ook steeds meer bedrijven het er over eens zijn dat aandacht voor het milieu en een duurzame samenleving belangrijke waarden zijn.